De meest geprezen weg (marga) van Yoga is Raja Yoga, of koninklijke Yoga (Raja = koning). Deze marga wordt ook Ashtanga Yoga genoemd, van ashta = acht & anga = delen, dus de achtdelige Yoga. Dit verwijst naar het systeem van Shri Patanjali zoals het is vastgelegd in het basisboek, de 'Yoga Sutra'.
Deze Yogamarga wordt Raja Yoga genoemd omdat het de bekroning vormt van alle yoga-vormen, de hoogste trede. Men noemt hem ook nog Integrale Yoga omdat het alle andere yogamarga's omvat en verenigt.
Deze marga is heel ordelijk en systematisch opgedeeld in acht anga's of treden (men kan ook spreken van graden). Het is een logische opbouw die de beoefenaar geleidelijk naar het hoogste doel voert: de realisatie van het Zelf. Dit is de ervaring van de hoogste en zuiverste bewustzijnstoestand die bereikt wordt met de achtste trede. Het is een wetenschappelijke weg en tevens de opperste ervaring, die zelfs de mystieke aanduiding van de unio-mystica voorbijgaat. Deze marga wordt dan ook op een wetenschappelijke manier benaderd en verklaard. Het is als het ware de éénwording met het Absolute, het Brahman (bij ons op religieuze wijze vertolkt met het woordje God). Het is een toestand van zuiver Zijn. Na de terugkeer tot normaal waakbewustzijn verklaart men deze ervaring als absolute zaligheid, het Nirvana van de boeddhisten.
De studie van dit werk is een levenstaak. Het begrijpen ervan is alleen mogelijk als men over eigen, diepere yoga-ervaring beschikt.
De acht opeenvolgende delen zijn:
1. Yama - de juiste geestelijke instelling in verhouding tot anderen
2. Niyama - de juiste innerlijke instelling
3. Asana - lichaamshoudingen
4. Pranayama - ademhalingstechnieken
5. Pratyahara - de geest losmaken van de zintuiglijke waarneming
6. Dharana - ontspannen concentratie - waakzame aandacht
7. Dhyana - meditatie (?) - inleving in het onderwerp van de aandacht
8. Samadhi - eenheidsbeleving - transcendente ervaring van God (?)
Dit is de weergave van een subliem en allersubtielst evolutie- of groeiproces naar volwaardig Mens-zijn, beginnend bij de juiste innerlijke omgeving (een zuiveringsproces), over een lichamelijke beheersing en verfijning, naar een maximale geestelijke ontspanning die voert naar spirituele, transcendente eenheidservaring of Zelf-realisatie. Dit is het hoogste geestelijke bereik, dat, zoals reeds gezegd, zelfs de gangbare idee van de unio-mystica overschreidt.
Yama omvat satyam, ahimsa, asteya, brahmacharya, aparigraha.
- Satyam is het principe van de liefde voor de Waarheid. In zijn eenvoudige vorm: niet liegen in gedachten, woorden of daden. In zijn hogere vorm: een inzicht in Waarheid en een onvoorwaardelijke toewijding daaraan.
- Ahimsa betekent 'zonder geweld' of geweldloosheid. In zijn eenvoudige vorm: geen geweld plegen in gedachten, woorden of daden. In zijn hogere vorm: handelen uit mededogen zodat elke daad vervuld is van goedheid of liefde.
Dit waren de twee principes die Mahatma Gandhi Ji nauw aan het hart lagen en die hij geregeld beklemtoonde. - Asteya of niet-stelen. Het zich niet onrechtmatig toeëigenen van wat je niet toebehoort of niet meer begeren dan je hebt.
- Brahmacharya is een Brahma (=God, Essentie, Waarheid) gericht leven leiden. Omdat dit meestal best lukt als men geen familiale beslommeringen heeft, wordt het ook wel uitgelegd als een leven in celibaat of seksuele onthouding.
- Aparigraha is afwezigheid van bezitzucht. Bezitzucht is de drijfveer van de meeste van onze handelingen, gekoppeld aan de gedachte dat bezit gelukkig maakt. In werkelijkheid ontwikkelt bezit verslaving en gehechtheid, twee essentiële belemmeringen van onze vrijheid.
Deze vijf onderdelen van Yama worden ook wel eens de morele code genoemd. Maar dan niet een door een of ander gezag opgelegde morele code, doch een door eigen inzicht, spontaan gegroeide morele code, zonder dwang van wie dan ook...
Niyama omvat saucha, santosha, tapas, svadhyaya en Ishvara-pranidhana.
- Saucha betekent zuiverheid van het lichaam, zowel innerlijk als uiterlijk en ook zuiverheid van de geest.
- Santosha is tevredenheid (in alle omstandigheden). Een onbetaalbare kwaliteit. We vergallen grote delen van ons eigen leven door een steeds aanwezige ontevredenheid die de problemen niet oplost. Het is geen fatalistische of statische aanvaarding. Terwijl men de stier bij de horens pakt om de problemen op te lossen heeft men er alle baat bij zijn eigen, diepe, innerlijke tevredenheid te bewaren...
- Tapas of onthouding wordt dikwijls verkeerd vertaald als versterving. Dit is een negatieve benadering van een zeer positief aspect. Men kan het best verklaren als het vervangen van verkeerde, verslavende gewoonten die de kwaliteit van ons leven afbreken door juiste, bevrijdende gewoonten, die de kwaliteit van ons leven verbeteren. Men haalt geen resultaten als men tegen het donker vecht. Het donker verdwijnt echter onmiddellijk als men het licht aansteekt.
- Svadhyaya of Zelf-studie. Hiermee bedoelt men de speurtocht naar zijn eigen diepere Zelf door zoeken, lezen, denken, luisteren en vooral door diep mediteren. Het is dus helemaal geen psychologisch zelfonderzoek. Het heeft te maken met de leuze op de Griekse tempel : "Mens ken jezelf".
- Ishvara-pranidhana of overgave aan Ishvara. Het is het gevolg van het inzicht dat 'ik' en 'ikzucht' heel wat lijden teweegbrengen. Het groeiend bewustzijn verwijdert zich meer en meer van dit 'ik' en vereenzelvigt zich met het 'Wezen-der-dingen', de Essentie. Het is dit richten van het bewustzijn op de Essentie in alles dat Ishvara-pranidhana wordt genoemd en dat buiten alle religieuze vormgeving om duidelijk maakt wat de betekenis is van "Niet mijn wil, maar Uw Wil geschiede".
Asana betekent: houding. Het betekent het lichaam zo oefenen tot het geen hinderpaal meer vormt, tot het de geest niet meer afleidt. Daarom moet het lichaam in een zo goed als perfecte toestand van gezondheid zijn.
Pranayama wil zoveel zeggen als controle van de prana (levensenergie of oorspronkelijke energie), zowel grofstoffelijk als subtiel. Een buitengewoon belangrijke praktijk!
Pratyahara is het losmaken van de geest van de zintuigen, zodat deze geen nieuwe indrukken kunnen doorgeven. Men beleeft pratyahara bijvoorbeeld gedeeltelijk als men zo verdiept is in een boek dat men niet eens iets hoort als men geroepen of aangesproken wordt. Het gehoor en de gehoorzenuw functioneren normaal en zenden hun bericht naar het gehoorcentrum in de hersenen, en toch hoort men niet.
Deze eerste vijf treden (anga's) vormen het eerste deel van Raja Yoga, namelijk: Bahiranga Yoga of Uiterlijke Yoga.
De volgende drie treden die de essentiële praktijk van yoga uitmaken vormen het tweede deel: Antaranga Yoga of Innerlijke Yoga.
Dharana wordt vertaald als concentratie. Het betreft echter geen concentratie die gepaard gaat met een sterke inspanning van de geest, met een gespannenheid. Integendeel: dharana is slechts mogelijk als de geest ontspannen is. Het gaat om een ontspannen aandachtig zijn tijdens een diepe toestand van rust. Een ontspannen waarnemen... Iets wat zo goed uitgedrukt wordt door de paradoxale uitspraak: doen door niet-doen.
Dhyana is zonder twijfel het slechtst vertaalde begrip: meditatie. Onder meditatie verstaat de gangbare mening immers een geestelijke overweging, dus een activiteit van de geest. Dhyana betekent alle activiteit, buiten het ontspannen waarnemen van het onderwerp van de concentratie, vertragen en verstillen, zodat de geest helemaal geabsorbeerd wordt en zich inleeft in het voorwerp van de aandacht. Daardoor komt men in een andere toestand van bewustzijn...
Samadhi is dan het hoogtepunt van dit ononderbroken proces, dat eigenlijk één geheel vormt en aldus bekend staat als samyama. Hier ervaart men de volledige versmelting met het voorwerp van de meditatie. Men wordt het voorwerp of onderwerp zelf. In zijn hoogste en zuiverste vorm verdwijnt zelfs het laatste onderwerp alsook de ervaring van de waarnemer (het 'ik') en is er volledige versmelting met de Essentie zelf, met het Zelf, of hoe men dat ook noemen wil.
Ter illustratie van deze drie laatste treden volgt hier een verhaal of parabel.
Het verhaal van Guru en shishya (Leraar en leerling)
Er was eens een leerling die bij zijn Guru woonde, op de berghelling van een prachtige en vruchtbare vallei, in de Himalaya's. De leerling had opdracht gekregen om te mediteren op een glanzende parel en was ijverig bezig met niet ijverig zijn. De leerling was namelijk een boerenzoon die veel van dieren hield en wat verder op de helling stond een prachtige stier, zodat hij telkens zijn ogen opendeed om te kijken en er van zijn meditatie niets terecht kwam...
De Guru zou die naam niet waardig geweest zijn als hij dat niet opgemerkt zou hebben. Hij vermaande de leerling en gaf hem de opdracht in het hutje te gaan zitten en, aangezien hij toch zo voor dieren was, moest hij nu mediteren op een zwarte stier...
Na enkele uren ging de Guru bezorgd kijken naar de leerling. Deze zat in een correcte houding met rechte rug en de ogen gesloten. "Hoe gaat het?", vroeg de Meester. "Zeer goed, Meester," zei de jongen, "ik zie de stier hier duidelijk voor mij staan". "Doe dan maar rustig verder," zei de Guru en ging buiten genieten van een zalig dutje.
's Avonds voor het slapengaan dacht de Guru aan zijn leerling en ging nog eens poolshoogte nemen. De leerling zat nog steeds correct, de ogen gesloten en een subtiele glans over zijn gezicht. Op de stille vraag, hoe het er mee ging, antwoordde de shishya in stilte: "Oh, Meester, ongelooflijk hoe echt de stier is. Ik kan het vocht rond zijn neusgaten zien en als door een microscoop zie ik al de haartjes scherp en onderscheiden. En ook voel ik zijn adem in mijn gezicht en omgeeft zijn kracht mij." De Guru glimlachte wijs en liet de leerling verder mediteren terwijl hij - daarvoor was hij toch Guru - rustig ging slapen...
's Anderendaags ging de Meester nieuwsgierig kijken hoe het nu met zijn shishya gesteld was. Deze was nog steeds in diepe meditatie verzonken en de subtiele glans rondom zijn gezicht was zo mogelijk nog intenser en leek wel bovenaards. De Guru was zeer tevreden over het geleverde werk van zijn leerling en zei liefdevol : "Kom, jongen, dit volstaat. Volg mij, we gaan samen ontbijten." De jongen stond langzaam op en volgde de Meester naar de deur. Toen deze buiten was verbaasde hij er zich over dat de leerling hem niet verder volgde en hij zei: "Vooruit, jongen, kom buiten in de open lucht. Het zal je goed doen."
De shisyha antwoordde echter: "Het gaat niet, Meester. Ik kan niet door de deur, mijn horens zijn te breed!"
Wie Yoga kent uit ervaring, weet hoe moeilijk het is te vertellen wat Yoga is. Alleen eigen ervaring kan het je duidelijk maken. Bepalingen en uiteenzettingen horen alleen thuis in het domein van het verstand en zijn onmachtig onze innerlijke ervaring weer te geven, of deze nu subjectief of objectief is. Probeer maar eens te vertellen aan een ander over het geluk of het verdriet dat je ervaart of waarom je iemand bemint. "Woorden zijn maar woorden..." zong ooit een smartlap van bij ons.
Het verstand mag dan een grote gave zijn, het is onmondig waar het betreft de diepere waarden en ervaringen van onze ziel. Verstand leidt tot geleerdheid; ervaring en inzicht leiden tot wijsheid !
Dit wordt geïllustreerd in een anecdote uit één van de werken van Gerard Walschap, waarin hij een gesprek weergeeft tussen een vader en een bekende en waarin de vader zegt: "Mijn zoon studeert aan het seminarie, Mijnheer. Hij is alle jaren de eerste, maar stom dat hij is!"
Al bij al durven we hopen dat je nu reeds iets meer weet over Yoga. Misschien vind je dat dit wel heel ver gaat, misschien zelfs te ver! Wees gerust: je neemt uit Yoga wat je wil en niet meer. Maar zelfs als je alleen maar lichaamshoudingen wil doen, en je wil er het maximum uithalen, dan is het heel belangrijk het in zijn juist kader te beoefenen. Anders kun je eender welke vorm van lichaamscultuur beoefenen en zelfs de praktijk van de asana's is dan ook niet meer dan dat: alles behalve Yoga!
En juist dàt is zo waardevol...